Gewoon Angst: wanneer je verstrikt raakt in overdenken
Ik heb gaandeweg iets geleerd, ironisch genoeg door er veel over na te denken.
Elke keer als ik merk dat mijn hoofd overuren draait, lijkt het op een eindeloze lus van zorgen, scenario’s en “wat als”-gedachten.
Wat ik intussen doorheb: het is gewoon angst.
Het is angst die me doet piekeren, analyseren en draaien in cirkels. Angst dat ik niet goed genoeg ben, dat ik iets fout doe, dat iemand teleurgesteld zal zijn of dat ik er dom uitzie. Maar het is alleen maar angst.
En dat maakt het meteen wat lichter. Angst is niet verkeerd, ze hoort gewoon bij het leven. Ze duikt op telkens iets belangrijk is of me raakt. Alleen hoeft ze geen megagroot ding te worden. Daarom zeg ik tegen mezelf: het is maar angst, geen groot probleem.
Wanneer ik die angst opmerk, zie ik ook de verhalen die ze me probeert te verkopen:
“Je doet het niet goed genoeg.”
“Andere mensen hebben het beter begrepen.”
“Ze gaan over je oordelen.”
“Misschien moet je maar stoppen.”
Maar het zijn maar gedachten, niet de waarheid. En dat besef brengt rust.
Hoe ik ermee omga
Mijn angst wil meestal dat ik iets doe, een oplossing vind of controle krijg. Maar negen op de tien keer is er niets om op te lossen. Als ik dan toch iets wil doen, raak ik verstrikt in denken.
- Wat beter werkt: oefenen.
- Opmerken. Gewoon zien wat er speelt: angst, drukte in mijn hoofd, spanning.
- Ademen. Even pauzeren, rustiger in- en uitademen.
- Mezelf geruststellen. We kunnen dit aan. Geen paniek. Hoe het ook loopt, het komt goed.
- Spanning loslaten. Kaken, schouders, buik, alles wat onnodig gespannen is.
- Aandacht verleggen. Iets moois om me heen opmerken: het licht, een geluid, iets wat dankbaarheid oproept.
Dat is het eigenlijk. Opmerken, ademen, geruststellen, ontspannen en weer aanwezig zijn.
Doe ik dat, dan zakt het overdenken vanzelf weg.
En wat overblijft, is gewoon dit moment, helder, stil en verrassend oké.